Tussen kameraadschap, ruzies, vechtpartijen, spelletjes, kattenkwaad door, beleeft de Kleine Nicolas een kindertijd die bestaat uit vreugde en leren.
Ergens tussen Montmartre en Saint-Germain-des-Prés leunen Jean-Jacques Sempé en René Goscinny over een groot wit vel papier en brengen een ondeugend en innemend jongetje, Kleine Nicolas, tot leven. Van schoolplein spelletjes en gevechten tot zomerkamp streken en kameraadschap, Nicolas beleeft een vrolijke en verrijkende jeugd.